Handleiding: met een automaat de wasinstallatie in

Veel eigenaren van een voertuig met een automatische versnellingsbak stellen zich de vraag: Hoe rijd ik met een automaat de wasinstallatie in? In dit artikel vindt u alle belangrijke informatie over dit onderwerp en leert u

• welke informatieverplichtingen u als wasinstallatie-exploitant hebt tegenover uw klanten
• hoe u zo ongevallen en schade aan uw wasstraat kunt voorkomen

Bij het binnenrijden van een kettingwasstraat staat er meestal de volgende aanwijzing voor voertuigen met automatische transmissie: „Uit de versnelling, versnellingspook op “N”, motor uitzetten, niet sturen, niet remmen.“

Toch zijn deze instructies niet meer van toepassing op veel automaten van de nieuwe generatie. Dat ligt aan de automatische parkeerrem die in veel nieuwe auto’s is ingebouwd. Deze werkt anders dan de traditionele handrem omdat hij vanzelf wordt geactiveerd zodra de motor wordt uitgeschakeld. In de kettingwasstraat kan dit ertoe leiden dat de rem de wielen blokkeert en de auto uit het transportmechanisme kan springen.

Dit leidt tot dure beschadiging van het voertuig en de wasstraat zelf – in het ergste geval blokkeert de auto de gehele kettingwasstraat en worden de navolgende auto’s tegen elkaar geschoven.

Wat velen niet weten: als exploitant van de wasstraat bent u verplicht uw klanten op deze mogelijke gevaren te wijzen!

Volgens een rechterlijke uitspraak uit 2018 moeten exploitanten erop wijzen dat bij sommige automatische voertuigen het contact tijdens het wassen moet worden ingeschakeld om te voorkomen dat de parkeerrem wordt geactiveerd.

Als deze aanwijzing ontbreekt, is de exploitant aansprakelijk voor de ontstane schade!

Daarom is het raadzaam het aanwijzingensysteem zo nodig te vernieuwen, om schadeclaims te voorkomen.

In het onderstaande leest u welke schade er kan ontstaan bij automatische voertuigen en hoe dit kan worden vermeden.

Wanneer u met een automaat door een kettingwasstraat rijdt, ontstaat het overgrote deel van de schades op twee kritische punten: bij het inrijden en bij het uitrijden.

Inrijden in de kettingwasstraat: De parkeerrem moet uitgeschakeld zijn

Bij het inrijden in de wasinstallatie moeten de volgende punten in acht worden genomen zodra het voertuig zich aan het begin van de transportketting bevindt.

1. De transmissie in de N-stand
2. Motor uit

Er zijn nu twee manieren waarop de automatische parkeerrem van een automaat – afhankelijk van type en bouwdatum – kan reageren:

Geval 1: De automatische parkeerrem wordt geactiveerd bij uitgeschakelde motor (normaal gesproken wordt dit aangegeven door een oplichtend P-symbool op het dashboard).

• In dit geval moet het contact weer worden ingeschakeld en ingeschakeld blijven tijdens de rit door de wasstraat, om te voorkomen dat de parkeerrem de transportketting van de wasstraat blokkeert.

Geval 2: De automatische parkeerrem wordt niet geactiveerd zodra de motor wordt uitgeschakeld.

• In dit geval hoeft men verder niets te doen.

Als alternatief kan ook de “Auto Hold“-functie van het voertuig worden gedeactiveerd voordat het de wasstraat inrijdt. Na het wassen moet deze functie direct weer worden geactiveerd omdat het een belangrijke bijdrage levert aan de verkeersveiligheid.

Ook hier zijn er twee mogelijkheden die verschillende handelwijzen nodig maken.

Geval 1: Het voertuig wordt volledig vrijgegeven door de transportketting.

• Meestal is een kleine schok voelbaar wanneer de transportband de achterwielen van het voertuig heeft vrijgegeven. Bovendien wordt er een visueel signaal gegeven in de vorm van een groen verkeerslicht, een geluidssignaal of een melding van de band. Daarna kan men op “D” schakelen en de wasstraat uitrijden.

Geval 2: Het uitrijdsignaal wordt gegeven, maar de wielen staan nog in de transportband.

• Bij automatische auto’s moet de rem meestal licht worden ingedrukt om weg te kunnen rijden. Het probleem: in een wasstraat is remmen op de transportband niet toegestaan en kan potentieel schade veroorzaken. Daarom moet het pedaal heel zachtjes worden ingedrukt en moet men direct daarna op “D” schakelen en wegrijden.

Moderne auto’s hebben veel automatische besturingssystemen, die weliswaar nuttig zijn, maar die in de wasinstallatie voor problemen kunnen zorgen. Dit geldt zowel voor automatische voertuigen als voor voertuigen met een handgeschakelde transmissie.

Start-stop-automaat: Het belangrijkste is: niet remmen!

De meeste automatische voertuigen hebben een start-stop-automaat. Deze wordt echter alleen geactiveerd wanneer de rem wordt bediend. Dit moet echter in het algemeen worden vermeden in een kettingwasstraat.

Soms wordt de start-stop-automaat ook geactiveerd na enige tijd in de "N"-stand. Daarom is het raadzaam deze volledig uit te schakelen voordat men de kettingwasstraat inrijdt.

Regensensor deactiveren

Dit is normaal een nuttige functie, maar moet in de wasstraat worden gedeactiveerd, vooral wanneer met draaiende motor door de wasstraat wordt gereden. Anders kunnen de ruitenwissers van het voertuig beschadigd raken.

Parkeersensoren deactiveren

Deze sensoren aan de voor- en achterkant zien een mogelijk botsingsgevaar in de wasborstels en piepen daarom tijdens de hele rit door de wasstraat. Zij moeten daarom uit voorzorg worden gedeactiveerd.

Bonustips: Antenne, zijspiegels, ruitenwissers

De meeste chauffeurs kennen deze tips wel, maar toch kan het geen kwaad erop te wijzen:

• Antenne verwijderen
• Zijspiegels inklappen
• De achterruitwisser beschermen met een plastic hoesje (hang deze op bij de inrit of leg ze klaar bij de kassa).

Opmerking: De inhoud van dit artikel is niet juridisch bindend en zonder enige garantie of aansprakelijkheid van de auteur.